Gasfles:
• Er moet sprake zijn van een door het Stoomwezen BV goedgekeurde gasfles. Voor buitenlandse
flessen geldt dat deze voorzien moeten zijn
van een zogenaamd pi-keurmerk (Europees
keurmerk). Shell Benegas en Primagaz flessen
moeten om de 15 jaar worden gekeurd. Andere
merken om de 10 jaar.
• Bij een kampeermiddel mogen maximaal twee
gasflessen worden geplaatst. Flessen van 47 kg
zijn NIET toegestaan.
• Indien de gasflessen in een disselbak worden
geplaatst, moet deze goed geventileerd zijn.
Daar propaan- en butaangas zwaarder zijn dan lucht moet er een goede ventilatie zijn op het bodemniveau.
• De flessen mogen slechts gevuld zijn met het gas waarvoor de flessen zijn beproefd (geen autogas).
• Bij lekkende flessen moeten meteen maatregelen worden genomen om brand- en explosiegevaar te voorkomen.
• Gasflessen mogen niet worden ingegraven en
moeten geplaatst zijn op een niet-vochtige en
stevige ondergrond.
• Gasflessen met een inhoud van meer dan 6 kg
mogen niet in een caravan aanwezig zijn.
• Gasflessen mogen niet onder een caravan worden geplaatst.
• De gasflessen moeten beschermd zijn tegen
directe zonnestraling.
• De flessen moeten staand zijn opgesteld en goed beveiligd zijn tegen omvallen.
Gasslangen:
• Gasslangen mogen enkel gebruikt worden als ze
goedgekeurd zijn. Butaangasslangen (zwart) en
propaangasslangen (oranje) mogen niet ouder zijn
dan 2 jaar. Dit is te herkennen aan het opschrift.
Alleen de genoemde slangen zijn toegestaan.
• Gasslangen mogen niet langer zijn dan één meter.
• Gasslangen moeten met een deugdelijke klem of
perskoppeling aan beide zijden worden vastgezet.
Vaste gasleiding:
• De gasleiding moet er deugdelijk (niet roestig)
uitzien.
• De gasleiding moet goed gebeugeld (minimaal om de meter) zijn aangebracht.
• De leidingen mogen niet als ondersteuning van de gebruikte apparatuur dienen.
Gasdrukregelaars:
• Gasdrukregelaars mogen niet ouder zijn dan vijf
jaar (zie opschrift onderzijde).
• De regelaars moeten dezelfde druk aangeven als
de aan te sluiten apparatuur. (30 of 50 millibar)
Afsluitkranen:
• Afsluiters en kranen moeten op gemakkelijk
toegankelijke plaatsen zijn aangebracht (niet
tussen vloeren en slecht geventileerde ruimten).
• De kranen kunnen op lekkage gecontroleerd
worden met zeepsop of gaslekzoeker.
• Gaskranen moeten met de hand en zonder
gebruikmaking van gereedschap opengedraaid
worden.
Ventilatie:
• Er moet gezorgd worden voor een goede
luchtcirculatie c.q. doorstroming van lucht in alle
vertrekken of ruimten van de caravan waarin
toestellen aanwezig zijn met open vuur. Ditzelfde
geldt voor eventuele ruimten onder de caravan.
Installatie:
• De installatie moet, conform de voorschriften
van het park, periodiek door een
erkend bedrijf worden onderhouden. U kunt
worden verzocht om het bewijs van onderhoud te overleggen.